“Ik hoop dat dit voor veel mensen een fijne plek wordt”

Door Karlijne Brouwer

“We bouwen in Nederland één keer in de vijftig jaar een vliegveld. Dus even aan iemand vragen hoe je zoiets doet, kon ik niet.” De ontwikkeling van Lelystad Airport was een prachtige, maar spannende klus voor Lex Pepping en zijn team. Nu het bijna klaar is, voelt hij vooral trots. “Het is nog mooier dan we voor ogen hadden.”

Als senior projectmanager is Lex Pepping eindverantwoordelijk voor de ontwikkeling van Lelystad Airport naar dé vakantieluchthaven van Nederland. “Ik moet zorgen dat ‘alles er komt’.” Een jongensdroom. “Luchtvaart fascineerde me van jongs af aan. Ik wilde vliegtuigbouw studeren, maar toen het slecht ging met Fokker zag ik daar maar vanaf. Het werd civiele techniek. Na 9 jaar werken trad ik in dienst bij Schiphol en kon ik mijn studie én mijn enthousiasme voor luchtvaart combineren.”

Gigantisch project
“De enorme dynamiek van een luchthaven vind ik geweldig. Het is een bruisende bal van energie, mooi om doorheen te lopen. Op Lelystad Airport moet dit echte werk natuurlijk nog beginnen. Ik startte hier in 2014 als projectmanager.” Op dat moment lag er een businessplan waarin de grote lijnen van de nieuwe luchthaven al stonden. Prettig, want op nul beginnen hoefde Pepping op deze manier niet. “We wisten hoeveel vliegtuigen er moesten opstijgen en landen. Er was bedacht aan welke kant de start- en landingsbaan moest worden verlengd en waar de terminal ongeveer zou komen.” Maar toch: er moest een luchthaven worden gebouwd. Hoe begin je zo’n enorm project? “We zijn gaan opsplitsen in deelprojecten. Het eerste was de verlenging van de start- en landingsbaan en de tweede de bouw van de terminal. Dan heb je de inrichting, de bouw van de verkeerstoren en verschillende ICT-projecten. Ieder project kent een projectleider en ik leid het geheel in goede banen.”

Kennis optimaal benutten
Per project maakten Pepping en zijn team samen met deskundigen een programma van eisen: waaraan moet het voldoen? “Dat gaat van grof – hoe breed wordt de baan – tot gedetailleerd, denk aan het aantal slagbomen op het parkeerterrein. Met het eisenpakket kun je op zoek naar de juiste aannemers. Dit deden we op een vrij nieuwe manier, Best Value Procurement genaamd. Dit betekent dat je de aannemer vertelt wat er moet worden gebouwd, maar niet hoe dit moet gebeuren. Eigenlijk zoals je zelf een keuken koopt. Je gaat kijken bij verschillende keukenzaken, legt je wensen uit en kiest de zaak die jou het beste past. Als je keuken is geplaatst, wil je dat het juiste aantal kastjes erin zit en dat er water uit de kraan komt. Hoe de leidingen precies zijn gelegd, maakt je niks uit. Met deze manier van werken ontstaan de meest innovatieve oplossingen en maak je optimaal gebruik van de kennis van de bouwers.”

Teamspirit
“Het mooie aan deze baan is voor mij dat we het samen doen. Het projectteam bestaat uit 12 mensen en we zitten met elkaar in één ruimte op de luchthaven. Elke woensdagochtend om 8.00 uur starten we met een stand-up: we staan letterlijk bij elkaar en bespreken wat er speelt. Iedere mijlpaal wordt gevierd en wanneer een onderdeel écht af is en wordt opgeleverd, is dit telkens weer een mooi moment.” Logischerwijs – in een omvangrijk project als dit – waren er ook tegenslagen. “Dat we twee keer met uitstel te maken kregen, was echt een domper. Eigenlijk zou de luchthaven nu open zijn, vrijwel alles is er klaar voor.”

Ultieme klus
Toch is er aan het eind van de rit trots die de boventoon voert. “Lelystad Airport is mooier geworden dan we aan het begin voor ogen hadden. Als passagier heb je hier een heel prettige luchthaven. Je parkeert je auto en staat direct in de terminal. Binnen een halfuur zit je in het vliegtuig. Ik denk dat veel mensen er blij van worden. We hadden een uitdagend budget voor wat er moest komen en toch is de luchthaven op tijd én binnen budget gebouwd. Dat is voor een projectleider het ultieme doel. Ooit hebben we als team geroepen dat we samen in het eerste vliegtuig zitten dat hier opstijgt. Die afspraak moeten we maar eens afstoffen, dat zou toch wel érg leuk zijn.”